Vanmorgen vroeg eindigde de vergadering van de ministers van Financien in Brussel waar onder meer is gesproken over het g-dossier. De Jager twijfelt nog altijd over de houdbaarheid van de te verstrekken noodhulp. Er blijft veel onzeker over de haalbaarheid van de opgelegde hervormingen en bezuinigingen. Risico's waren en zijn er nog steeds en ik vrees dat die er ook nog wel jaren zullen blijven. Er ligt een scenario op tafel van het IMF en de ECB dat als Griekenland, als gevolg van de Brusselse eisen, wordt kapot bezuinigd, dat als gevolg zal hebben dat de economie niet aantrekt en de koopkracht nog verder zal dalen. Op de vraag of we de Grieken helpen met deze noodhulp zeg ik luid en duidelijk 'nee'. Er is vannacht besloten dat de tweede noodhulplening van €130 mrd ter beschikking wordt gesteld onder strikte voorwaarden. Zo blijft de trojka in Athene om doorlopend het herstelproces te volgen, verder wordt er €100 mrd afgezonderd zodat Brussel kan bepalen wat er met dat geld gedaan wordt. In feite staat de Griekse regering onder curatele. De noodhulp die beschikbaar wordt gesteld is niet beschikbaar om te komen tot een herinrichting van de Griekse economie, maar om schulden af te lossen aan hoofdzakelijk Franse en Duitse banken. De Griek komt in het Brusselse verhaal niet voor. Het IMF, dat pas over een maand komt met een uitspraak of ze meedoen en zo ja, met hoeveel, waarschuwt dat als de eurolanden niet voldoende bijdragen voor een herinrichting van de Griekse samenleving en een economische herstart mogelijk maken, de emu-schuld in 2020 nog altijd 160% van het bbp zal bedragen. Daarnaast bleek dat het bedrag van 130 miljard euro niet toereikend zal zijn. Omdat verscheidene eurolanden niet extra in de buidel willen tasten, moest er een andere oplossing gevonden worden. Daarom werd er gelijktijdig onderhandeld met de banken over een grotere kwijtschelding van hun Grieks staatspapier. Of de bijdrage van de private sector, de banken en andere financiële instellingen, voldoende zal zijn om de geformuleerde doelstellingen te kunnen realiseren, blijft ook voor mij een vraag. Met een financiële truc hebben de banken bereikt dat hun bijdrage beperkt kan blijven tot een afschrijving van 53% plus een aderlating van enige mindere intrest. Voor de vergadering van gisteren werd nog gesteld dat de bijdrage van de banken 80% zou moeten zijn. Op tafel ligt een analyse die is opgesteld door het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB). Het tweede steunpakket van € 130 mrd zou volgens deze analyse minstens €136 mrd moeten zijn. Daarnaast heeft Griekenland over drie jaar nog eens behoefte aan circa € 50 mrd, zo schrijft de trojka. Ze schrijven echter ook dat de toegang tot de markten verslechterd is, doordat de leningen van het IMF en uit het Europees noodfonds een preferente status hebben, waarmee het voor beleggers minder aantrekkelijk zal zijn om geld aan Griekenland uit te lenen. 'Het is nu onzeker of de toegang tot de markten hersteld kan worden in de periode direct na 2020. Kortom, er is nog heel veel onzeker en onduidelijk. Het enige dat de Grieken nog in handen hebben is het 'paard van Troje'.
Mijn aandacht ging de afgelopen week vooral uit naar dit artikel:
Een berenmarkt of baisse is een term die wordt gebruikt in de economie en op effectenbeurzen. Een berenmarkt is een periode waarin aandelenkoersen langdurig in een dalend patroon zitten en er wijdverbreid pessimisme heerst. Dit kan voorkomen als de economie in een recessie zit, of daar op af lijkt te stevenen. Is er wereldwijd sprake van een berenmarkt? Nee, nog niet, maar ik sluit het ook niet uit. Steeds weer zien we berenmarktrally’s opleven, die worden veroorzaakt door de grote hoeveelheden die boven de markten hangen, bij een beleidsrente in de VS en in het VK van 1%, dat op de kapitaalmarkten belegd kan worden voor hogere rendementen. Het ziet er nog niet naar uit, zeker bij het beleid van de ECB, dat die enorme liquiditeiten, afgeroomd gaan worden. De tendens is ook ‘we kunnen met veel en goedkoop geld blijven speculeren’. En dan treden steeds weer oplevingen op, na een dipje. Wat wel speelt is de waarde van de pariteiten tussen de dollar, de euro, het pond en de yen. Als de dollar zijn steun voor de euro of de yen terugtrekt, kunnen de panelen gaan schuiven. De vraag is wat de waarde nog is van de grote valuta’s. Wat hebben de centrale banken nog in positie, wat zij in de tombola kunnen aanbieden. De bitcoin heeft geen waarde, maar de vraag is of de euro en de dollar dat nog wel hebben. En kijk eens naar de Japanse staatsschuld, die is met ruim 238% van het bruto nationaal product al de grootste van alle ontwikkelde economieën. De staatsschuld is een duizelingwekkende 1,1 biljard yen, omgerekend zo’n €10 biljoen. Ondanks de ultralage rente (30 jaar vast 1,01%) zijn de rentebetalingen al goed voor bijna 9% van de begroting (10 dec 2019). Het land van de rijzende zon is gebouwd op schulden. De pensioenrechten van het Japanse volk zijn opgekocht door de centrale bank en de vraag is nu wat ze nog waard zijn. Ook koopt de BoJ naast vastrentende waarden ook aandelen op om daarmee de economie te stimuleren. Maar eens komt daar een einde aan.